Chronos

Hier in dit Oudheidkundig Museum
Kan men d'historie niet bewaren,
Hoewel dit paradijs en waar Arcadium
Ons toch 't verleden laat ontwaren.

Hardvochtig heerst hier Chronos
Die het de jeugd benijdt
- De bittere oude man -
Om wat hij zelve mist: de Tijd.

Wat zijn we hier in godsnaam toch verloren?
Zweeft er misschien een engel door de lucht
Die, virtueel, geslachtloos als hij is,
Zo man als vrouwen kan bekoren?

De teletijdmachine van professor Barabas
Brengt ons terug naar hoe het was;
En toont ons vreemde dingen
Van simpele mensen en van zonderlingen.


Omdat er weer een andere mode was
Deed men de spullen van de hand,
Die zelfs geen arme luis nog hebben wou,
En zijn ze uiteindelijk hier beland.

Maar ook omwille van de Schoonheid
En hun unieke eigen aard
Zijn ze door Lokeraars gezocht
En lange tijd gekoesterd en bewaard.

Niets menselijks is mij vreemd
En wat des mensen is, je ziet:
Is nauwelijks veranderd:
Het werk, de vreugde en 't verdriet

Van 's Heren lieveling Johannes
En van Maria Magdaleen
Die ons vertroosting bieden
Bij droefheid en geween.

Je ziet hier ook hoe de gewone man
- Voor wie nog twijfelen mocht:
Dat zijn we allemaal -
Zijn weg doorheen het leven zocht:

De bakker en de slager en de knecht,
Ze staan te blinken achter 't raam
en wachten op je komst,
te midden van hun oud alaam

Je loopt de huizen in en uit
Langs de portieken in arduin
Doorheen de beste kamer
En tot in de keuken en de tuin.

Nog even wachten, maar ze zullen komen
De bussen vol met de overzeese gasten
die in dit eiland komen dromen
Van Schoonheid en van de eiken kasten.



Van dit verleden dat niet meer bestaat
Kan iedereen zijn eigen beeld creëren:
Niet meer dan een apart idee of waan
Dat hij angstvallig blijft vereren.

Daarom is het een hopeloze taak
Al wat hier was te reorganiseren;
Omdat 't verleden blijft zoals het was,
Hoezeer men ons ook wil beleren.

En toch heeft men 't gewaagd
De boel hier grondig om te keren.
"Een frisse wind die 't stof verjaagt
Die mag de jeugd in ons niet deren".

't Museum is niet meer zoals het was:
Gedeeltelijk verbannen naar de catacomben.
Leidt het voortaan een stil bestaan
Verborgen in zijn tijdelijke tombe.

Want hebben wij niet steeds gezegd:
- Tot spijt van wie 't benijdt -
De jeugd heeft steeds gelijk
Want zij alleen bezitten Tijd...

Tot op de dag dat Chronos, wit van woede,
Opnieuw zijn rechten eist voorwaar
en alles terughaalt uit de zolder en de kelder
Zoals het droomt de rechtgeaarde Lokeraar.


(c) Remi Feusels




'a museum which belongs in a museum'
Dylan Thomas

TERUG

www.000webhost.com